Geen topsport maar sportverenigingen

Het was een zondag als alle andere. In het dorp bereidde een gezin zich voor om naar de kerk te gaan. Deze keer was het alleen wel wat anders dan de andere keren: de eigen kerk was nauwelijks bereikbaar. De grote weg langs de kerk was namelijk afgezet. Deze dag zou een wielerwedstrijd passeren: de Tour de France.

Het conflict tussen topsportevenementen en belangen van de buurt is volstrekt logisch. De buurt heeft op verschillende manieren last van een topsportwedstrijd. Essentiële voorzieningen zoals supermarkten zijn lastiger bereikbaar, er is veel lawaai overdag, enzovoort. Het is dan ook verre van onlogisch dat er in Frankrijk regelmatig protesten op het parcours van de Tour de France plaatsvinden. Moet nu echt het hele dorp worden geblokkeerd voor een wielerevenement? Moet er echt zoveel gemeenschapsgeld worden gespendeerd ten behoeve van een relatief kleine groep burgers?

Sporten is desondanks belangrijk. Vroeger werd een kind van tien dat enkel op de bank hing, naar buiten gestuurd. Met vriendjes buiten bijvoorbeeld tikkertje spelen werd als iets belangrijks gezien. Ondanks de hoeveelheid vieze kleding waren ouders maar wat blij als hun kind voldoende buiten deed. Liever een modderkind dan een binnenkind…

Sport is iets waar voldoende in geïnvesteerd moet worden, zeker nu de hoeveelheid tikkertjesspellen buiten afneemt doordat kinderen al vroeg te maken krijgen met digitale communicatiemiddelen. Sport is simpelweg geen pure uitsloverij. Het is dan ook van belang dat sportverenigingen voldoende gecompenseerd worden voor de gestegen energieprijzen. Kinderen moeten blijven bewegen en in hun vrije tijd zijn ze al steeds minder buiten. Het ligt daarom voor de hand om verenigingen een grotere rol te laten spelen bij het sporten van kinderen. Lid worden van een sportvereniging zou daarom voor iedereen een haalbare kaart moeten zijn.

Kinderen kunnen beter geen beroepswielrenner of profvoetballer te worden. Toch zijn de vaardigheden die ze bij teamsporten opdoen, belangrijk in het leven. Het functioneren in een team leert een kind dat er meer in het leven is dan je individuele ontwikkeling. Echt succesvol zijn kan alleen samen. De ene sport past wellicht beter bij een reformatorische levenswijze dan de andere, maar dit mag geen reden zijn om negatief te staan tegenover subsidiëring van sport in het algemeen. Samen leren leven is daarvoor te belangrijk.

Verenigingen zijn daarnaast belangrijk voor de sociale cohesie in Nederland. Dat geldt ook voor sportverenigingen, waar kinderen en ouders uit verschillende sociale en culturele milieus elkaar ontmoeten. In een tijd met scherpe tegenstellingen is het van belang om deze verbindende potentie van sport niet uit het oog te verliezen.

Het is daarom van belang dat we als SGP ook in gemeenten durven te investeren in sportverenigingen. Het belang van sporten is te groot om de financiering aan de samenleving over te laten. Kinderen kunnen zo blijven bewegen, leren wat teamgeest is en ontmoeten elkaar ondanks hun verschillende achtergronden. Lokaal investeren levert zo veel meer op dan irritante grootschalige sportevenementen.